Vijf vragen aan Albert Cristina
27 januari 2012 – Deze oud-international werd vorig seizoen als coach kampioen van Nederland met de mannen van Rivium Rotterdam. Maar na wat omzwervingen is Albert Cristinanu in de Belgische competitie beland, waar hij vijf jaar lang als middenaanvaller furore maakte in het shirt van Roeselare. We gaan maar eens even bellen met de man uit Amersfoort, die tegenwoordig trainer is bij Puurs.
Kampioen in Rotterdam, assistent bij de vrouwen van Kindercentrum Alterno en nu hoofdcoach in Puurs. Hoe is dat allemaal zo gekomen?
,,Na het kampioenschap in Rotterdam hebben we ons best gedaan om te redden wat er te redden viel. Ik had goede hoop dat we uiteindelijk wel weer een ploeg op de been konden brengen, maar dat lukte dus niet. Toen was het al vrij laat en ben ik Al Moghadasian gaan helpen bij Alterno. Met veel plezier overigens en die meiden doen het nu ook erg goed. Maar in november kreeg ik de mogelijkheid om de ontslagen trainer bij Puurs op te volgen. En die kans heb ik gegrepen.’’
Laatst kregen jullie nog de prijs voor de beste sportploeg van Rotterdam in 2011. Hoe voelde dat?
,,Het was leuk om een aantal jongens en begeleiders van toen weer eens te zien. En om waardering voor onze prestaties te ontvangen. Dat gebeurde eerder trouwens ook al toen we tot beste ploeg van Rijnmond werden gekozen en toen ik de prijs voor de beste coach kreeg. Maar toch was het raar allemaal omdat de ploeg niet meer bestaat.’’
Wat is er te vertellen over Puurs?
,,Dat is een dorpje net onder Antwerpen, in het zogenoemde Scheldeland. De club speelt al minstens 15 jaar op het hoogste niveau in België en schommelt vaak tussen de plaatsen 5 tot en 8. Maar sinds de fusie met Breendonk is er meer ambitie en wil de club hoger meedraaien. Dat lukte nog niet zo goed want toen ik in november kwam, stonden ze onderaan. Het gaat inmiddels beter. We hebben met twee wedstrijden te gaan nog een kansje om de eerste zes te halen en play-offs te kunnen spelen. Als dat niet lukt, spelen we play-outs met de onderste vier, maar ik verwacht zeker dat we degradatie kunnen ontlopen.’’
Wat vind je van het niveau van de Belgische competitie?
,,Het niveau is een stuk hoger dan in Nederland, maar dat is al jaren zo. Alle ploegen zijn redelijk aan elkaar gewaagd, al steekt Maaseik er nog wel wat bovenuit. Dat komt omdat die ploeg 12 volwaardige spelers heeft en op alle posities kan wisselen als het even niet loopt. Er zijn hier ook veel buitenlanders en zoals bekend ook veel Nederlandse spelers. Hier is het de normaalste gang van zaken dat een club Europa Cup gaat spelen wanneer het zich heeft geplaatst. En Lennik, Roeselare en Maaseik spreken vaak een aardig woordje mee in de Champions League.’’
Wat moet er in Nederland gebeuren om weer op dat niveau te komen?
,,Het begint in Nederland fout te gaan bij de bestuurders op clubniveau. Die slagen er maar niet in om voldoende draagvlak te creëren voor topsport. Dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van de Nevobo maar ook die van de clubs. Zij moeten trainingsuren beschikbaar stellen zodat talenten zich kunnen ontwikkelen en de sport naar een hoger niveau wordt getild. Zo ontstaan er voorbeelden voor de jeugd die het ook weer goed doen in de media. Waarom kan dat in Polen, Turkije, Duitsland en België wel? In Rotterdam lukte het eind vorig seizoen maar niet om een sponsors te vinden voor de mooie plannen van de Nederlandse kampioen. In België zijn er wel ondernemers die een professionele zaalsport willen steunen. Die moeten toch in ons land ook te vinden zijn.’’.