Over de NS, fungi, chickens en US ( C )
Na een weekje uitrusten mocht US ( c ) weer aantreden voor een competitiewedstrijd. De tegenstander was deze keer het veteranenteam van Spaarnestad. Er waren wat problemen met het vervoer, maar gelukkig waren de Nederlandse Spoorwegen bereid gevonden om een extra treinstel in te zetten waardoor de Amsterdammers en hun supporters zonder problemen konden afreizen richting Haarlem.
Zodra men de sporthal binnen liep werd men op schreeuwerige wijze gewezen op het feit dat Spaarnestad bouwt aan succes. Al lijkt het mij beter dat ze beginnen met de bouw van een nieuwe sporthal. De vloer van de Beyneshal is namelijk de enige reden waarom het Kennemer Gasthuis gespecialiseerd is in knie blessures en in de kleedkamers is het goed toeven voor de verschillende fungi die Haarlem rijk is.
Tijdens de prebespreking werd er veel besproken, maar weinig gezegd. Zo had Koolstra het over een tweede golf en sprak Van Leeuwen met veel passie over biologie. Vervolgens werd er een tenue roulette gehouden, werd Diepeveen gebombardeerd tot libero en uiteindelijk werd er geloot wie de ballentas uit Oostzaan moest ophalen. Tenslotte sprak trainer George de wijze woorden: ‘Vandaag kunnen we goede zaken doen.’
De Amsterdammers wilde graag goede zaken doen en daarom begonnen ze scherp aan de eerste set. Deze wonnen ze eenvoudig met 19-25. De tweede set was naar eigen zeggen de slechtste set die US deze hele competitie heeft gespeeld en ging dan ook terecht met 25-18 verloren. In set drie (17-25) en vier (16-25) waren we echter weer oppermachtig, tot teleurstelling van het Haarlemse publiek. De provincialen op de tribune moesten er tijdens de wedstrijd op gewezen worden dat ze geen voetbal aan het kijken waren. Dat waren deze inwoners van het provinciehoofdstadje even vergeten.
Na de wedstrijd werd het duidelijk dat onze vrienden uit Capelle zomaar drie sets hadden gewonnen van Compaen met als gevolg dat we nu negen punten los staan. Ondanks dit resultaat was het aanvoerder Huijbers, die de meute scherp probeerde te houden: “Never count your chickens before they have hatched.” Dat had hij geleerd op een van zijn vele wereldreizen. Vanwege incompetentie bij de Nevobo mogen we aanstaande donderdag alweer een wedstrijd spelen. En wel tegen het US2. De vraag wie zich komend half jaar kampioen van Amsterdam mag noemen zal dan worden beantwoord.
(Wedstrijdverslag van Jaap André, US ( C ) Amsterdam )