Nevobo licht BMI en leeftijdsgrenzen toe

Naar aanleiding van het aanbod van mw. Joëlle Staps, algemeen directeur van de Nevobo, om VoV het hele verhaal achter de beleidskeuzes op het gebied van de arbitrage inzake ‘BMI en Leeftijdsgrenzen’ te vertellen, waren we natuurlijk erg nieuwsgierig naar de redenen van de wijzigingen tussen de oorspronkelijk eerste versie en de definitieve, die onlangs werd gepresenteerd. Van haar aanbod maakten we natuurlijk graag gebruik.

Wat in de definitieve versie opviel was dat de BMI norm van  < 25 was bijgesteld naar < 30. Verder was er in de eerste uitingen bij groep 1 sprake van leeftijd < 45 jaar en werd de tekst voor groep 2 behoorlijk aangepast, voor wat betreft de leeftijd,  ( < 55 = richtlijn, marge tot 60), staat er nu in het Licentiebeleid.

Mw. Staps hierover:

“In de eerste versie van het licentiesysteem voor het zaalvolleybal met betrekking tot BMI en leeftijdsrichtlijnen hebben we als Nevobo ervoor gekozen om de wens van de CEV – FIVB te volgen. Hiermee bedoelen we de wens van de internationale federaties om jongere lijnrechters en scheidsrechters op internationale wedstrijden in te zetten en de WHO gezondheidsrichtlijn te volgen.

Over deze eerste versie zijn we, zoals dat gebruikelijk is binnen een vereniging, met de diverse belanghebbenden in gesprek gegaan. Na de diverse inhoudelijke reacties gehoord te hebben, hebben we besloten de definitieve versie van het licentiebeleid 2014-2015 aan te passen. We hebben er toen voor gekozen om de uiteindelijke regeling voor het zaalvolleybal in lijn te brengen met de regelingen in het beachvolleybal.

Voor  het WK, dat in 2015 in Nederland gespeeld gaat worden, gold al in 2013 een BMI van maximaal 30 en maximale leeftijd van 55. De opgave van de lijnrechters en tellers wordt zes weken voor aanvang van het toernooi getoetst door de FIVB op de door hen vastgestelde actuele criteria en daarvan is afwijken onmogelijk. Met het oog op de EK dames, eveneens in 2015, willen we deze regelingen ook vroegtijdig in het zaalvolleybal implementeren.

We benadrukken dat deze criteria gelden voor internationale wedstrijden. Voor Nederlandse televisie wedstrijden zoals bekerfinales en Supercup is een goede sportuitstraling van belang doch daarvoor gelden minder stringente criteria. Voor reguliere Nederlandse eredivisie wedstrijden zowel in zaal als in beachvolleybal gelden geen beperkingen volgens bovenstaand licentiesysteem.

In November dit jaar  is er een bijeenkomst met de CEV ten aanzien van het beleid voor ondersteunende officials voor de jaren vanaf 2015. We zullen de uitkomsten daarvan voor ieder inzichtelijk maken en in ons beleid opnemen waarbij we ons internationaal dienen te conformeren aan de uitkomsten.”

gh @ Vizier op Volleybal.