US over de zege op Particolare en meer
Voor wij konden vertrekken richting Oost – Europa moest Maarse de indeling van de auto’s regelen. Nu is dat vaak een heel gedoe want Dambrink wil niet bij De Leest, Van Leeuwen niet bij De Leest en De Leest niet bij Van Leeuwen. Het is een echte Sudoku. Uiteindelijk weet Maarse deze rimpelingen uit te BANNE om weer tot de orde van de dag over te gaan. Iedereen had de paspoorten mee en na een stuk of wat grenscontroles kwamen wij dan eindelijk aan in de accommodatie te Den Dungen. In Den Dungen is het onbetaald parkeren, in Amsterdam niet. Particolare / DS heeft haar centrecourt een naam gegeven: ‘Megalomanie’.
Toen onze huidige coach Pranger op formidabele wijze ons opstellingsbriefje had ingevuld, voelde de heer Diepeveen een diepe ontroering naar boven komen. Onze vorige coach George probeerde in de vakjes altijd de volledige namen op te schrijven van de spelers en dit ging dus menigmaal mis. De basis bestond uit Gerben Dambrink. Op de bank zaten De Jong en Verheijden. In de sporthal te Den Dungen stond de muziek misschien wel net zo hard als in de plaatselijke disco (‘Het diepe glaasje’).
De Leest spoorde zijn paasbroeders Kavalo en Diepeveen aan om goed te passen waardoor er goed gepasst werd. Alles ging eigenlijk prima in de eerste set, serverend kon het nog een beetje beter dus verloren wij de eerste met 25-22. Verheijden kwam het veld in voor André. De uitdrukking ‘stond er bij en keek er na’ paste wel bij hem. Hij focuste op de bal naar buiten terwijl deze vlak over het net gepasst werd en hopla naast Verheijden op de grond viel. Waarschijnlijk was hij nog steeds bezig met de ‘enige’ zin die de wethouder spreektijd gaf van 10 minuten. Vervolgens maakte hij wel het verschil met vijf blokjes.
In de tweede set kon Dambrink aan het begin een aardig gaatje slaan, dit is natuurlijk spreekwoordelijk want hij slaat nooit op gaatjes, Dambrink zette Particolare flink onder druk met een goede serve. Via een goede serie van van leeuwen rond de magische 16 puntengrens konden wij gemakkelijk de 1-1 in sets op het bord noteren (19-25).
Dan is zo’n derde set natuurlijk altijd een set op zich. Deze derde set was dat ook. Side-kick Maarse gaf tips dat er in het centrum goed geprikt kon worden en onze middenas met Verheijden / Van Leeuwen had de tegenstander onder de duim. Diepeveen introduceerde het ‘shirt-in-de-broek-principe’ waardoor zowaar onze grootouders ons fatsoenlijk gekleed zouden vinden. Boven de twintig werd het eigenlijk niet echt spannend. Wanneer op 23-24 voor de heer De Jong er in komt dan serveert hij altijd een ketser en heb je de 1-2 in handen.
Het was natuurlijk mooi geweest als de vierde set ook in de stand nog spannend zou worden. Leuke rallies werden er zeker gespeeld. Het publiek was met grote getale naar de hal gekomen en er waren metersgrote tribune ’s uit de omliggende gemeenten geleend. Het rapaille op de tribune was overigens zeer braaf. Nu mocht dat allemaal niet baten, overigens is ‘het mocht niet baten’ de meest voorkomende zin in de verslagen van volleybalteams.
Eigenlijk hoop ik deze tenenkrommende zin uit te BANNE. Het zou mooi zijn als: paraskevidekatriafobie (het woord dat de angst voor vrijdag de dertiende aangeeft) het stokje overneemt van ‘het mocht niet baten’. Mijn inschatting is dat deze oproep wel niet zou mogen baten en nu doe ik het weer.
De opkomst van het dorp Den Dungen (of zaten er nog wat opgevangen vluchtelingen bij?) mocht dus niet baten en wij wonnen onder leiding van coach Pranger onze eerste wedstrijd. Hiermee zijn wij het enige team wat de afgelopen 2 jaren ongeslagen is gebleven in Den Dungen. Van der Meer was er niet, wellicht is het te cryptisch om te noemen dat het hier gaat om een zoveelste BABYlonische spraakverwarring. Of, zoals onze oud coach George altijd zei: “Spijers zijn dijers!”
De scheidsrechters Kooten en De Gompel hebben de lat wel heel erg hoog (2,43 m) gelegd voor volgende scheidsrechters, zij floten zeer proper. De Gompel krijgt een 8,6 en Kooten een 8,5. Dit verschil zit hem in de achternaam maar dat spreekt voor zich.
Nu nog even iets heel anders: in elke club heb je wel zo iemand die van alles doet en van alles regelt. Onmisbare mensen die het gelukkig vaak ook heel leuk en gezellig vinden bij jou of mijn club. Die man of vrouw die altijd achter de bar staat, wast en overal een handje toesteekt wanneer dat nodig is. Zeg eens tegen hem of haar dat je het zeer waardeert want misschien weet hij of zij helemaal niet van deze achting af. Bij Martinus had je Peter ten Kroode, hij is doodgegaan maar zal worden herinnerd, ik weet nu pas dat hij van koeien hield. Je was een geweldige vent Peter!
(Wedstrijdverslag van B. Koolstra, US Amsterdam.)