Bijsterbosch verlengt contract bij FAST

VoV, 15-02-2019. 14:51 uur. Eredivisionist FAST staat aan de vooravond van de wedstrijden in de Kampioenspoule. Terwijl het programma wordt gereedgemaakt, heeft het FAST -bestuur de onderhandelingen met trainer Harmen Bijsterbosch over de contractverlenging succesvol afgerond. De Nuenense eindverantwoordelijke is ook komend seizoen trainer bij het samenwerkingsteam uit Sint Anthonis en Gennep.

Harmen Bijsterbosch (43) was vanaf begin 2017 data/videoscout bij FAST. In april vorig jaar werd hij benoemd als opvolger van Jacek Ziemba. Eerder was hij trainer bij de heren van STV Tilburg, Particolare in Den Dungen en als assistent en scout bij Talentteam Papendal dames in Arnhem. Van professie is hij manager bij een innovatiecentrum voor sportstimulering in Eindhoven.

De doortastende wijze waarmee het FAST – bestuur met team en staf de organisatie voor de toekomst vorm geeft spreekt de trainer aan. “Het getuigt er van dat het bestuur wil doorpakken en een gedegen organisatie neerzet. Dat spreekt me aan, maar de hoofdredenen voor mijn contractverlenging zijn het draagvlak in de spelersgroep, en het gevoel dat ik zelf bij de job heb. Het trainen bij FAST is goed ingepast in het gezinsleven.
Met zijn team hoopt de trainer in de Kampioenspoule voor verrassingen te zorgen. Over de sportieve ambities voor de toekomst zegt hij: “Ik wil eraan bijdragen dat FAST een stabiele eredivisieploeg is. En ik wil graag in het bekertoernooi langer meestrijden.”

Het FAST – bestuur is blij dat het de trainer langer aan zich weet te binden. “Wij zijn bijzonder ingenomen met de contractverlenging. Harmen kan zowel binnen het team als binnen staf en bestuur op breed draagvlak rekenen. We zijn verheugd dat hij al zo vroeg heeft toegezegd. Dat geeft vertrouwen voor de naderende wedstrijden in de Kampioenspoule, en schept rust aan het technische front. De gesprekken om anderen opnieuw vast te leggen lopen nog”, zegt bestuurslid Peter Toonen.

gh @ VoV, persbericht FAST via Jos Gröniger, PR – commissie. Foto Rudy van ‘t Rood.