Volleybal en sponsor miljoenen
Er gaat jaarlijks maar liefst 55 miljoen om in topsport en topsportevenementen in de regio Twente. De stichting Topteam Pollux Twente heeft daarvan ‘slechts’ € 250.000,= (minder dan 0,5%) nodig om Twents volleybaltalent te stimuleren en het perspectief te bieden toekomstig te blijven spelen om de landstitel. Dat is toch niet teveel gevraagd?
Pollux verkeert in zwaar weer. Sportief gaat het crescendo, maar financieel stapelen de problemen zich op. Dit seizoen bedraagt het budget ongeveer € 200.000. Daarmee is al flink ingeleverd ten opzichte van enkele jaren terug. Voor volgend seizoen is er veel onduidelijkheid. Hoofdsponsor Heutink uit Rijssen stopt na dit seizoen en ook een aantal andere sponsors haakt af als gevolg van de recessie of andere keuzes (o.m. FC Twente, Quick ’20). Het is maar zeer de vraag of Pollux tijdig de benodigde middelen bijeen krijgt om ook volgend seizoen met een DELA – League waardig team te kunnen deelnemen aan de competitie.
Heutink – Pollux heeft een fantastische staat van dienst. Vijfmaal werd het team uit Oldenzaal landskampioen, driemaal bekerwinnaar en vier keer winnaar van de Supercup. Vele jaren ook was Pollux actief in Europese toernooien. Met beperkte middelen maximaal presteren, dat was en is nog steeds (het inspirerende) credo.
Respect en waardering zijn op z’n plaats voor de bestuurders, technische staf, speelsters en vele vrijwilligers die dat gedurende al die jaren in Oldenzaal samen waarmaakten. Heutink – Pollux is een Twents topteam met Oldenzaal als thuisbasis en dat moet eigenlijk ook zo blijven. Natuurlijk begrijp ik voorzitter Freddie Bolink wel wanneer hij zegt dat Almelo of Enschede speelstad kan worden voor Pollux, bijvoorbeeld wanneer een nieuwe hoofdsponsor dat eist. Maar het moet toch mogelijk zijn om in een stad als Oldenzaal meer financieel draagvlak te realiseren. Zoals Enschede (en vrijwel geheel Twente) trots is op FC Twente, zo mag toch ook Oldenzaal (en volleybalminnend Twente) trots zijn op Pollux.
Het is heel begrijpelijk dat na de euforie van vijf landstitels eind vorig eeuw en begin deze eeuw sprake was van enige sportieve terugval. Maar feit is dat Pollux elk jaar weer bij de vier beste teams eindigde, een prestatie van formaat! Enkele jaren pas op de plaats om vervolgens weer te koersen op titelwinst, zo luidde de ambitie in 2005. Met Twentse jeugd terug naar de top (op dat moment speelden o.m. Maret Grothues en Floortje Meijnders bij Pollux). Maar Pollux zag de plannen doorkruist. De Nevobo stond jarenlang toe dat het nationaal team via Martinus uit Amstelveen aan de competitie deelnam. De beste speelsters van Nederland vertrokken richting Amstelveen, volgden daar een intensief trainingsprogramma met als missie plaatsing voor deelname aan de Olympische Spelen in Peking. De aanpak van de Nevobo heeft Pollux en verschillende andere DELA – League teams (waaronder ook Longa Lichtenvoorde ) sportief en zakelijk geen goed gedaan, zo mag gevoeglijk geconcludeerd worden.
Inmiddels hebben de Oranje speelsters Martinus (tegenwoordig TVC Amstelveen) verlaten en spelen voor het merendeel in het buitenland. De competitie kent weer een normaal verloop. Het bestuur en technische staf van Pollux anticipeerden op deze ontwikkeling en kozen vorig seizoen bewust voor het inpassen van een aantal jeugdige, talentvolle Twentse speelsters, te weten jeugdinternational Tess von Piekartz, Ilse en Kirsten Oude Luttikhuis, Jeanine Stoeten en Lonneke Sloetjes. Dit seizoen is daar Susan Stevelink bijgekomen en al enkele jaren is Marlou Sommer een vaste basiskracht. Pollux heeft weer een duidelijk Twentse identiteit en dat kan de komende jaren nog verder invulling krijgen doordat via de Heutink Volleybalschool Twents talent de kans krijgt zich te ontwikkelen en door te groeien naar het hoogste niveau.
Het team van Pollux is nu al zover dat het zich dit seizoen serieus kan meten met de besten. Om budgettaire redenen is met 11 speelsters nog sprake van een ietwat smalle selectie, maar als de groep van Jan Berendsen blessureleed bespaard blijft is zelfs een 6e landstitel niet uitgesloten, al lijkt daarbij Weert de te kloppen tegenstander en is ook Sliedrecht Sport een gevaarlijke outsider.
Maar hebben we dan die 6e landstitel nodig om de continuïteit van topvolleybal in Twente veilig te stellen, om weer in polonaise, vanuit euforie, de meiden van Pollux te volgen en te gaan steunen? Dat legt naar mijn mening een wel erg zware wissel op de sportieve prestaties van dit jeugdige team en het doet geen recht aan de status die Pollux allang verworven heeft. Pollux heeft van alle DELA – League teams, op eigen kracht!, de meeste landstitels behaald.
Of Pollux volgend seizoen gaat spelen in Oldenzaal, Enschede, Almelo, Haaksbergen of Borne, is mij als Twentenaar om het even. Toch heb ik ook wel zoiets van “Pollux en Oldenzaal (Vondersweijde)’’, dat hoort bij elkaar, daar is volleybalgeschiedenis geschreven. Het zou goed zijn wanneer bestuurders en ondernemers uit Oldenzaal elkaar tijdens carnaval 2011 ontmoeten en de financieel precaire situatie bij Pollux toch eens bespreken. Er moet wat gebeuren.
Tenslotte nog even over die mooie gedachte van Joop Munsterman van FC Twente. “Het rood van FC Twente ook via o.m. Pollux”. Het spreekt mij als supporter van zowel Pollux als FC Twente zeker aan. Sterker nog, ik hoop dat de regio Twente keuzes durft te maken. Die € 55.000.000 komt me weer op het netvlies. Het moet toch mogelijk zijn om daarvan € 1.000.000 per jaar vrij te maken voor 3 aansprekende zaalsporten (volleybal / handbal / basketbal) en de regio Twente nog nadrukkelijker op de (inter)nationale (sport)kaart te zetten, met alle positieve effecten van dien. – wordt vervolgd-
Markelo, 14 januari 2011, Geert Jan Bittink – sinds 2003 supporter/sponsor van Heutink -Pollux en al veel langer supporter van (FC) Twente