Toon Gerbrands: “Zo lang niks doen tot…”
In een artikel van Fokko Ebbens dat onlangs verscheen in De Pers.nl neemt Toon Gerbrands, ooit succesvol bondscoach, het Nederlandse volleybal van dit moment nader in ogenschouw. “Zo lang niks doen tot we niet meer meetellen” luidde het volledig. Ook Joop Alberda, coach van de gouden Atlanta ploeg, is aan het woord.
Ooit was het Nederlandse volleybal wereldtop. Tegenwoordig blinkt de sport uit in sportieve en bestuurlijke teleurstellingen.
‘En zo kan ik nog wel even doorgaan.’ De toon van Toon Gerbrands is somber, zodra hij verhaalt over de problematiek in het Nederlandse volleybal. Op dit moment is de ervaren Gerbrands directeur van voetbalclub AZ. Maar zijn wortels liggen in de volleybalsport. Hij speelde geruime tijd in de eredivisie. En als bondscoach kroonde hij de Nederlandse mannen in 1998 tot Europees kampioen. Nu kijkt hij vanaf de zijlijn met pijn in zijn hart naar de devaluatie van zijn sport. ‘Het lijkt erop dat het dieptepunt is bereikt.’
Terug in de tijd. Naar de zomer van 1996. De Nederlandse volleybalmannen grijpen in Atlanta op heroïsche wijze Olympisch goud. Ook de vrouwen bereiken in Atlanta met een vijfde plaats hun Olympische hoogtepunt. Het is het resultaat van een zorgvuldig vormgegeven beleidsplan. Volleybal leeft in Nederland. Het Nederlandse publiek verkiest de succesvolle finale van de volleyballers uiteindelijk tot sportmoment van de eeuw.
En nu het heden. Deelname aan de Olympische Spelen van Londen is ver weg voor de Nederlandse mannen en de vrouwen. Beide teams moeten zich door liefst twee zware kwalificatietoernooien worstelen. Gezien het niveau van de oppositie zijn de mannen vrijwel kansloos. Alleen de expeditie van de vrouwen heeft enige kans van slagen.
Daar komt bij dat de volleybalsport het laatste jaar vooral het nieuws haalt met interne intriges. Vorig jaar schreef de bond de mannen niet in voor de prestigieuze World League. Tot grote onvrede van Peter Blangé, destijds nog bondscoach, en zijn selectie. En vorige week ontsloeg de bond bondscoach Avital Selinger. Tot verrassing en onvrede van de Nederlandse vrouwen.
Vrijwillige degradatie
‘De last van Atlanta hangt nog over deze sport’, vertelt Joop Alberda. De bondscoach van de gouden volleybalheren geeft aan dat de verwachtingen sindsdien onrealistisch hoog zijn. ‘Ik had de beschikking over een verzameling topspelers die je zelden aantreft in één lichting.’
Neemt niet weg dat de huidige prestaties , vooral bij de mannen, tegenvallen, weet Alberda. De teloorgang van het Nederlandse volleybal is niet te verklaren met het einde van één unieke lichting. De oud-bondscoach krijgt bijval van Gerbrands. ‘Tot en met 2004 heeft Nederland zestien jaar in de mondiale top gespeeld, met meerdere coaches en meerdere spelers. Dat geeft al aan dat 1996 geen incident is geweest.’
Alberda zegt dat de sport de dupe is van een mentaliteitsverandering in de maatschappij. Vooral Nederlandse mannen zijn steeds moeilijker te porren voor een investering in een teamprestatie. ‘Zij denken steeds individualistischer.’ Maar ook de Nevobo gaat in de visie van Alberda niet vrijuit. ‘De terugtrekking uit de World League is een vorm van vrijwillige degradatie. Dat kan niet in de sport. Dat is juist het podium waarop die volleyballers zich internationaal kunnen en willen profileren.’
Gerbrands is stelliger in zijn betoog. ‘De top van de bond heeft de laatste jaren uitgeblonken in niks doen. Een periode waarin het minder gaat, kan. Dat is inherent aan sport. Maar als je vervolgens niets doet, lever je elk jaar vijf procent in. Over zes jaar is dat al dertig procent. En dat terwijl wedstrijden worden beslist op één procent.’
Slechts één vraag resteert. Hoe nu verder? Alberda mikt op een rigoureuze koerswijziging, vooral bij de mannen. Gerbrands beaamt dat. ‘Wederopbouw begint bij een idee. Maar tot nu toe hadden de mensen binnen de bond vooral géén idee. Zet bijvoorbeeld in op de jeugd. Daar hoef ik of iemand anders het niet mee eens te zijn, maar het is in ieder geval een keuze.’
Tot slot is het woord aan de bond. Technisch directeur Bert Goedkoop over de toekomst van de Nederlandse volleybalsport: ‘Dat is een complexe vraag waar ik op dit moment niet één, twee, drie antwoord op kan geven. Maar het is een item, we zijn het beleid aan het bijstellen.’