Vizier op volleybal

 

Vijf vragen aan Joel Banks

Vijf vragen aan Joel Banks

6 januari 2012 – Wie is er niet jaloers op Joel Banks, de trainer van Langhenkel Volley?  Zijn sterke mannenploeg staat na een indrukwekkende eerste seizoenshelft bovenaan de ranglijst in de A-League. Bovendien is de Brit er zeker van dat hij  (als assistent van Nederlander Harrie Brokking) deel uit maakt van de Engelse ploeg tijdens de Olympische Spelen, komende zomer in zijn vaderland.

Jullie worden na de eerste seizoenshelft gezien als de grote favoriet voor alle prijzen. Ben je het daar mee eens?

,,Ja, eigenlijk wel. We hebben gezegd dat we alle hoofdprijzen willen winnen dus na de Supercup gaat het nu om de landstitel en de nationale beker. Daar hebben we de ploeg ook voor, maar natuurlijk wordt dat in de slotfase niet makkelijk. Voorlopig willen we elke week ons niveau verbeteren. Dat is onze belangrijkste focus.’’

Er zijn zorgen over het niveau van de A-League. Kun je die begrijpen?

,,Die begrijp ik zeker. Maar wij merken in Doetinchem dat het moeilijk is om talentvolle Nederlandse jongens aan ons te binden. Het liefst draaien we een professioneel programma met Nederlanders, maar al te vaak wordt voor ploegen in Duitsland of België gekozen waar sommige jongens niet eens aan spelen toekomen. Dat heeft deels met geld te maken, maar het is voor jonge spelers blijkbaar interessanter om te zeggen dat je in het buitenland speelt dan in de Nederlandse A-League. De Nederlandse clubs moeten er gewoon voor zorgen dat ze een professioneel niveau van werken kunnen aanbieden. Het is niet erg om een opstapje voor een buitenlandse club te zijn, maar we moeten er voor proberen te zorgen dat jongens niet te vroeg weg gaan. Dan gaat het niveau hier echt wel weer omhoog.’’    

Jullie zitten met Langhenkel Volley ook nog in de strijd om de Europese Challenge Cup. Hoe liggen de kansen om ver te komen?

,,Tijdens de eerste ronde tegen een Finse tegenstander speelden we wisselvallig maar hebben we het allemaal net overleefd. Duidelijk werd dat we niet gewend waren iedere week op dat niveau te spelen. Onze volgende tegenstander is de kampioen van Estland en heet Selver-Tallinn. Het zal niet makkelijk worden, want dit is een ploeg met veel kracht en een goed blok. Maar we hebben zeker kansen. Donderdag 12 januari spelen we thuis, een week later in Tallinn.’’

Wat is er te melden over het Britse team en de Olympische Spelen?

,,Rond de jaarwisseling dacht ik: ,,Wauw, nog zeven maanden en dan is het zo ver. Het gaat nu snel want dit is de eindfase van een vijfjarig project. Ons niveau is duidelijk flink gestegen en we hebben in de afgelopen zomer gewonnen van ploegen als Egypte en Kroatië. Onze spelers zijn nu actief in de betere competities in Griekenland, Frankrijk, België en Roemenië. Harrie Brokking is nu niet op clubniveau actief, maar reist de spelers langs en verdiept zich in mogelijk tegenstanders. We willen het allerbeste van onszelf tijdens De Spelen laten zien en geloven er in dat we een paar wedstrijden kunnen winnen. En als dat lukt, sta je zo maar in de kwartfinale.’’      

Je woonde in Engeland, volleybalde in België en bent nu trainer in Nederland. Wat is het leukste land om te wonen?

,,Elk land heeft zijn charme. Engeland is gewoon mijn vaderland en ik ben er trots op dat ik de assistent van de nationale ploeg mag zijn. Het team heeft Sheffield als uitvalsbasis en daar ging ik studeren toen ik achttien was. België is speciaal omdat ik daar zelf professioneel volleyballer was en ik heb er nog veel vrienden. Nederland is ook bijzonder want hier kreeg ik de kans om als professioneel trainer bij een uitstekende club aan de gang te gaan. Nee, er is geen land waar ik me het meeste thuis voel. Een volleybaltrainer moet kunnen leven waar hij werkt.’’