Vizier op volleybal

 

De coach had een offday

U kent de uitdrukking ‘een offday’ hebben ongetwijfeld wel, het is zo’n beetje een standaard begrip geworden als een ploeg ‘onverwacht’ tegen een grote nederlaag aanloopt. Het komt bij alle teamsporten voor en is dus niet alleen voorbehouden aan het volleybal. “We hadden een offday” , een alleszeggend uitleg voor een dikke nederlaag. De spreker wil ermee aangeven dat de ploeg niet in vorm was, dat het niet lukte of dat men gewoon een slechte dag had. Er was een collectieve ‘prestatie snipperdag’ genomen.

Het is gemakkelijk gezegd ‘een offday’ en daarmee is vaak ook alles gezegd. Het vraagt niet om verdere uitleg, de toehoorder weet wat er aan de hand was, wat er bedoeld wordt. En je hoeft met de vinger niet te wijzen naar de passer lopers of libero, de spelverdeelster of de aanvallers. Verliezen doen we bij een offday allen gezamenlijk. Het team was verantwoordelijk, niet het individu.  

Hebben trainers en coaches ook wel eens een offday?

Waarom eigenlijk niet? Je bent immers niet altijd op je best. Het niet onderkennen van die ‘verkeerde gedachten’ bij een teamlid of de groep, het niet of niet tijdig ingrijpen, foutieve opdrachten tijdens time outs verstrekken, verkeerde wissels op verkeerde momenten, noem maar op. Dat kan allemaal duiden op een offday van de trainer coach. En het kan dezelfde uitwerking hebben als wanneer een geheel team niet bij de les is.  Maar hoe zit de wisselwerking dan in elkaar! Wie zegt er tegen de coach dat hij / zij een offday had? De teamcaptain? En vooral wanneer?    

“We verloren door een offday van de coach” hebben we nog nooit als motivering voor een nederlaag gehoord. “Het team voerde de opdrachten niet goed uit” wel, waarmee de coach eigenlijk aangeeft dat de opdrachten van hem goed waren, dat het team deze niet in daden binnen de lijnen vertaalde en als ze dat welgedaan hadden er waarschijnlijk gewonnen was. Maar ja, dan blijf je weer met wat vragen zitten? Kon het team de opdrachten wel uitvoeren, waren ze er wel capabel voor, was het niet teveel gevraagd. Of waren de opdrachten al een teken voor de offday van de coach?

De offday

Op zichzelf natuurlijk een vreemd verschijnsel dat een complete ploeg, in de regel bestaand uit tien tot twaalf spelers / speelsters, allemaal tegelijk in dezelfde wedstrijd een slechte dag hebben. Hoe kan het dat ze niet goed zijn als het erop aan komt? Heeft dat dan te maken met de (mentale) voorbereiding, de tegenstander of de uitwedstrijd, want vaak noteren we een offday bij uitwedstrijden. Is het een gevolg van het groepsdenken en vervolgens doen? Sluipt het er gedurende de wedstrijd langzaam in? Is het besmettelijk?  Een teamlid vertoont de tekenen en de andere nemen één voor één de symptomen over. Kan dat?

Welke gedachten saboteren de prestatie van een volleybal team dan?  En zorgen voor de offday? De aandachtscirkels van Ebersprächer geven aan wat het ideale denkpatroon is voor een prima prestatie, en dus ook voor het tegenovergestelde, het falen. Als één of meerdere teamleden in hun gedachten bij “de gevolgen van winnen/verliezen” of bij  “wat doe ik hier” zijn aanbeland, dan zijn ze, is hij/zij niet ver af van de ploeg op sleeptouw te nemen naar een offday. Dat dus voorkomen en iedereen bezig laten zijn met “ik en mijn taak” zou de rampspoed moeten kunnen afwenden.

En hebben de scheidsen ook wel eens een offday?

Dat zullen ze nooit toegeven, maar wat ons betreft is het tijdens de wedstrijd regelmatig zien van dingen die er niet waren (touchétjes, net – en voetfouten, in – uit situaties bijvoorbeeld) en het niet zien van dingen die er wel waren (touchétjes, net- en voetfouten, in – uit situaties bijvoorbeeld) een goede aanwijzing voor een offday. Of een sein om eens een afspraak met iemand anders te maken. Met Hans bijvoorbeeld. Zet het jurylid dan in rood ‘offday’ onderaan zijn beoordelingsformulier? Of is dat niet gebruikelijk?

Speelsters en coaches zijn als waakhonden voor wat betreft de beslissingen van de scheidsen. Zij houden de fluitist bij de les, een opkomende offday krijgt zodoende in de regel weinig kans.  “Wat doe ik hier” is na een forse aanvaring zo weer tot de focus “ik en mijn taak” teruggebracht.

En hebben stukjesschrijvers voor volleybalsites ook wel eens een offday? Gewis en waarachtig wel. Misschien als ze op een day off achter het toetsenbord kruipen om het over een offday te hebben, terwijl ze in die tijd heel veel andere veel nuttigere dingen hadden kunnen doen.