Het dilemma van Set-Up ‘65 (deel I)
In de Maart 2013 uitgave van Volley Techno, het vakblad voor de volleybaltrainer, verscheen een drie pagina’s groot artikel van hoofdredacteur Han Bulten met de hierboven genoemde titel, waarin hij ingaat op het luxeprobleem dat ze in volleyballend Ootmarsum hebben. In een drietal afleveringen zullen we dit artikel op Vizier op Volleybal publiceren.
Het dilemma:
“Zonder moeite kan er een eredivisie team samengesteld worden bestaande uit speelsters die afkomstig zijn van Set – Up ’65, de club uit Ootmarsum, die al jaren vele talenten in de meisjeslijn opleidt. Als ze toe zijn aan een stap naar de eredivisie, is de realiteit dat ze dan voor een andere Eredivisieclub uitkomen. Met lede ogen zien ze in Ootmarsum deze speelsters vertrekken. Ze begrijpen heel goed dat de speelsters de uitdaging aangaan om het maximale uit zichzelf te halen, maar zouden dat graag in Ootmarsum gezien hebben. Maar kan Set-Up ’65 het zelf in de eredivisie spelen aan? Dit is het dilemma van Set – Up ’65.
De basis:
Behalve een groot aanbod beschikt de club over een aantal bekwame jeugdtrainers die de nieuwe leden goed opvangen. Het zijn trainers die al jarenlang actief zijn voor de club en op die manier is de continuïteit gewaarborgd. De trainers richten zich op het aanleren en verbeteren van het volleybalspel. Ook worden er wel activiteiten georganiseerd die niet direct met volleybal te maken hebben, toch ligt de focus duidelijk op de verhoging van het volleybalniveau.
Zo was het in het verleden nog wel eens nodig om een ouder die toch reed, ook maar als coach te gebruiken, nu is het gelukt om voor alle teams vaste trainers en coaches te vinden. Ook op de volgende wijze blijkt dat de ontwikkeling van de speelsters veel aandacht krijgt: speelsters, die het aankunnen worden gestimuleerd om hoger mee te trainen en periodiek wordt dit toegepast. Het is inmiddels zo ingeburgerd dat speelsters en ouders dit proces scherp in de gaten houden en er naar vragen als het even op zich laat wachten.
Aanbod, goede opvang, bekwame trainers en op niveau uitgedaagd worden: dan kan succes niet uitblijven. Geen wonder dat al meerdere keren teams uit Ootmarsum huiswaarts gekeerd zijn na het behalen van een nationale titel bij de Nationale Open Jeugd Clubkampioenschappen. En na al die jaren met veel successen peelt het eerste damesteam nog steeds geen eredivisie. Hoe kan dat? Han Bulten besloot die vraag voor te leggen aan twee iconen van Set Up ’65 te weten René Bosch en Dick Grovenstein, die we als onderstaand willen voorstellen:
René Bosch is bijna dertig jaar lid van Set – Up ’65 en hanteert sinds 2010 de voorzittershamer. Hij is altijd aanspreekpunt voor de leden en op zaterdag wedstrijdleider. Hij is ook altijd scheidsrechter geweest, waarvan 7 jaar op eredivisieniveau. Dick Grovenstein is gedurende twaalf jaar trainer bij Set – Up ’65 geweest van de hoogste vrouwenteams (1 t/m 3) en was jarenlang voorzitter van de technische commissie en schrijft nu nog de wedstrijdverslagen van het eerste vrouwenteam. Hij was voordien ook actief als trainer van andere Twentse divisieteams en was verder actief in het district Twente en de regio Oost van de Nevobo.
Zij sommen wat oorzaken op waarom Set-Up ’65 nog geen eredivisie speelt: Speelsters die door andere clubs gevraagd worden, het budget ontbreekt ons, we hebben meer vrijwilligers nodig, we moeten zelf beter beleid opstellen.
De echt grote talenten kunnen we niet houden, dus het is logisch dat die vertrekken, maar er zijn ook speelsters vertrokken, die hier gebleven zouden zijn als als we eredivisie zouden spelen. Zowel René als Dick zijn ervan overtuigd dat een aantal terug zal keren op het moment waarop Set-Up ’65 eredivisie speelt.
Morgen volgt deel II van het dilemma van Set-Up ’65, waarin dan BUDGET, BELEID en VRIJWILLIGERS ter sprake komen. In deel III SNELHEID is GEBODEN wordt nader ingegaan op de Nevobo maatregelen VERPLICHTE PROMOTIE en TALENT TEAMS.
(Bron Volley Techno, uitgave Maart 2013)