Vizier op volleybal

 

Nevobo bouwt mee aan toekomst topclubs

Mark Broere, de topsportmanager van de Nevobo,  erkent dat de toekomst van de Nederlandse topcompetities ongewis blijft. Maar volgens de ex-international investeert de bond veel om de kracht van de A – League en de DELA League te vergroten.  Dat is een kwestie van veel energie, overleg en ondernemerschap. Dit kan betekenen dat clubs die al jaren in de top meedraaien, zoals Nesselande afhaken. Daarvoor in de plaats staan nieuwe clubs op die met een verrassend fris elan hun plaatsen graag innemen. Broere is er dan ook van overtuigd dat er komend seizoen weer tien mannenteams op het hoogste niveau gaan acteren.

Broere snapt ook wel dat signalen over clubs die zich terugtrekken door de volleyballiefhebber niet bepaald met enthousiasme worden ontvangen.  Naar zijn mening hebben verenigingen op alle niveaus te maken met het feit dat niet alleen bedrijven, maar ook lagere overheden, minder met sport willen. „De bezuinigingen en de matige economie zijn daar de oorzaak van. Iedereen zegt wel dat de sport anders dan cultuur gespaard blijft, maar alleen al de tarieven voor de huur van accommodaties gaan gierend omhoog. Clubs hebben het niet makkelijk in deze economisch moeilijke tijden. Maar we doen veel om ze te ondersteunen. We organiseren regelmatig zogenoemde expertmeetings waarbij verschillende thema’s worden behandeld die belangrijk zijn voor de organisatie en exploitatie van de topclubs. Bovendien hebben we een licentiesysteem ontwikkeld, waardoor we veel meer inzicht krijgen over de stand van zaken binnen de clubs.’’

Broere noemt ook de maatregel die het in de afgelopen twee seizoenen onmogelijk maakte om uit de hoogste afdeling te degraderen. ,,We gaven de clubs de ruimte om binnen een gesloten systeem in alle rust aan een organisatie te bouwen. Maar duidelijk is wel dat dit niet het gewenste effect heeft gehad. Er is over het algemeen gezien toch te weinig aan de toekomst gebouwd met jonge spelers, uitzonderingen nagelaten. Dat is toch echt goedkoper en verstandiger dan het inhuren van buitenlanders.’’

,,Maar de volleybalbond kan niet de bedrijfsvoering van de clubs overnemen”, beseft Broere. ,,Wij proberen te helpen en vooral bij de expertmeetings valt er veel te leren. Maar de clubs moeten zelf het vermogen hebben met de informatie aan de slag te gaan.’’  ’Georganiseerde concurrentie’ is de visie van Broere. Daarbij beseffen de clubs dat ze het met steun van de bond, maar vooral met elkaar zullen moeten doen.

* Bron: website Nevobo.