Vizier op volleybal

 

Oranje jeugd: Het moet niet anders!

00JulienvdVyver

VoV, 03-09-2016. 5:20 uur.  In ons artikel van 2 augustus, alweer meer dan een maand geleden, getiteld  Oranje jeugd: Moet het anders, hoe dan?’   gaven we een overzicht van de prestaties van de Oranje jeugdteams van de afgelopen tijd en hun plaats op de Europese en Wereld ranglijsten. Met uiteindelijk de slotsom, dat we eigenlijk nooit meedoen om de podiumplaatsen, hoe graag we dat ook willen en hoe veel energie er ook door spelers / speelsters en overige betrokkenen in wordt gestoken.

*Artikel is na te lezen via de link: http://www.vizieropvolleybal.nl/archieven/40693 

Aan het eind stellen we: 

1> De Nevobo doet het hartstikke goed met de jeugdopleiding en het gevolgde en nog te volgen opleidingstraject. Voorlopig niks aan veranderen. Mooi laten begaan! Resultaten komen over een aantal jaren vanzelf. Het komt dik voor elkaar. Heb er maar vertrouwen in!

2> De Nevobo zit er helemaal naast. Ze slaan de plank volledig mis. Ze weten niet waar ze mee bezig zijn, ze doen maar wat. Dat is al sedert een jaar of vijftien zo. Dit komt zo nooit meer goed. Er dienen drastische maatregelen genomen te worden! Het gaat veel te ver om de RTC opleiding van de jeugd (lees de toekomst van het Nederlandse volleybal) in de handen van de clubs te leggen. De Nevobo faalt volledig in haar opleidingsbeleid.    

De oproep die volgde was: ‘Wie deze stellingen wil bevestigen of bestrijden of wie erover mee wil discussiëren of wat misschien nog belangrijker is,  wie denkt dat hij / zij zinvolle ideeën heeft met betrekking tot de talentontwikkeling in Nederland, mail ze ons!’

We kregen slechts zeer geringe respons, hetgeen erop zou kunnen duiden dat we ons met zijn allen niet druk maken over de opleiding in Nederland. Of dat we de moeite niet nemen om mogelijk een steentje bij te dragen, omdat de Nevobo er toch niets mee doet. Of dat opleidend Nederland in grote meerderheid voor optie 1 kiest en dus instemt met de wijze waarop de Nevobo de opleiding aanpakt c.q. aan wil pakken. Wellicht omdat het verleden al bewezen heeft dat het zo goed is gebeurd.

Het komt dik voor elkaar, heb er maar vertrouwen in. Dit behoeft dus eigenlijk ook geen verdere toelichting.  Wat kun je er immers meer van zeggen als je het er mee eens bent dan  “ik ben het er mee eens” of er gewoon het zwijgen toe te doen. Immers wie zwijgt, stemt toe. En dus niet spreken, in casu lees schrijven, is goud, zwijgen fout.

De ontvangen reacties willen we u echter niet onthouden, want wellicht bevat de inhoud ervan toch nog een waardevolle toevoeging.

“Ooit werd in het verleden de voorloper van de Topdivisie – B-League – bedacht om tot een hoger volleybal niveau te komen met voorwaarden, die toen ook al niet reëel waren, de dispensaties vlogen je om de oren en zoals heden blijkt, heeft het niet geleid tot een verbetering van het volleybalniveau.  Duidelijk is wel dat de staf van de talententeams prima werk verricht, echter denk ik dat het systeem om talenten op te leiden anders moet. Ik ben van mening dat het voor talenten goed is om in een verenigingsteam op een voor hen uitdagend niveau te spelen en te trainen.

Waarom? Omdat ze binnen dit team niet de beste zullen zijn en dus moeten concurreren en meer strijd moeten leveren om te verbeteren. Binnen het talenteam is de beste de beste en heeft deze geen speler boven zich om zich aan op te trekken en mist daardoor kansen nog verder te groeien. Op de dagen dat ze niet bij hun vereniging trainen, wordt er bij de nationale selecties getraind, zodat ze toch hun uren maken. Een ander voordeel hiervan is dat de verenigingen voor de omgeving weer herkenbaarder worden als talenten in het vlaggenschip spelen en misschien voor de jeugd een rolmodel kan zijn om te gaan volleyballen.”

Een andere mail is ook duidelijk wat dat betreft. “Volgens mij slaat de Nevobo de plank volledig mis. De motivatie om te presteren moet van de spelers / speelsters en trainer / coaches komen. Nederland heeft te weinig professionele trainers, die voor een hoger niveau zouden kunnen zorgen. Papendal is een mooie plek voor Nederlandse trainers om ervaring op te doen, maar daar werken op dit moment veel buitenlanders.

Ik ben van mening dat er meer ingezet moet worden op professionele coaches, die zullen er voor zorgen dat zij aan het werk zullen blijven en dus initiatieven ondernemen om tot groei te komen. Groei in de breedste zin van het woord. De Nevobo zou daar stimulerend beleid op moeten voeren. Een uitzendbureau voor trainers, onder auspiciën van de Nevobo, zou al een mooi begin zijn.  Ook een vergoedingssysteem voor het opleiden van spelers / speelsters zou er moeten komen, met dat geld kunnen de clubs weer veel goeds doen met betrekking tot bijvoorbeeld de opleiding”

Als u vanwege de vakantie nog niet aan een reactie bent toegekomen, het kan nog!”

gh @ Vizier op Volleybal. Foto CEV.