Vizier op volleybal

 

De pianostemmers van de sport

Petje af voor de pianostemmers van de sport

3 februari 2012 – Komend weekend gaan weer vele liefhebbers hun wekelijkse wedstrijd spelen. Alleen of met het team op pad naar die uit-is-altijd-lastig tegenstander. Bij aankomst eerst maar eens koffie, toiletbezoekje en omkleden. Vervolgens de warming up, inspelen en de toss. En dan start de wedstrijd.

Hoe een wedstrijd verloop is nauwelijks te voorspellen. Soms gaat het soepel, hoor je nauwelijks wanklanken en is het een eenzijdige pot. Andermaal zijn tegenstanders wat meer aan elkaar gewaagd of staat er echt iets op het spel. In die gevallen willen de emoties nog wel eens oplopen.

Gelukkig is er dan altijd de scheidsrechter om de gemoederen te bedaren. Als dat lukt tenminste, want de sporters willen zich ook nog wel eens richten op de persoon met de fluit. Zowel tijdens als na de wedstrijd. Als je sommige sporters mag geloven is het de scheidsrechter die de uitslag bepaalt. Lijkt me dan trouwens zonde van je trainingstijd, ga dan liever iets nuttigs doen.

Maar wat beweegt die arbiter eigenlijk om zijn tijd, energie en vaak ook geld te investeren in een middagje trammelant? Waarom gaat zo iemand op pad om zich vervolgens te laten uitmaken voor rotte vis of iets ergers?

Het antwoord is even simpel als de vraag: het is zijn hobby. En hobby’s kosten tijd, energie en geld. Toegegeven, het is niet altijd even leuk om scheidsrechter te zijn. Maar meestal verloopt een wedstrijd prima en dan heeft ook de arbiter plezier van zijn hobby.

Scheidsrechters vertonen trouwens opvallend veel overeenkomsten met pianostemmers. De gemiddelde levenservaring (lees: leeftijd) van pianostemmers en scheidsrechters is behoorlijk groot. Beiden weten vooraf niet precies wat ze kunnen verwachten, moeten alert zijn op signalen en op basis daarvan beslissingen nemen en handelen. Zowel arbiter als pianostemmer proberen dan ook de juiste toonzetting te vinden. En in beide gevallen hebben ze ook te maken met het spanningsveld tussen vaste procedures/richtlijnen en hun eigen gevoel/interpretatie.

Het aantal pianostemmers in Nederland neemt snel af. Dat komt enerzijds doordat er simpelweg steeds minder akoestische piano’s zijn, anderzijds doordat het beroep uit de mode raakt. Datzelfde geldt de laatste jaren voor het “vak” van scheidsrechter. Het “beroep” raakt uit de mode, er zijn steeds minder gegadigden voor te vinden. Probleem is echter dat het aantal piano’s (lees: wedstrijden) niet evenredig afneemt. En dan krijg je te maken met een discrepantie tussen vraag en aanbod, met als gevolg dat de piano’s niet meer zo klinken als vroeger.

Tal van activiteiten worden nu ontplooit om het fluiten weer leuker te maken. Spelers, vrijwilligers en bond slaan de handen ineen en werken planmatig aan een betere toekomst voor het scheidsrechtersvak. Zo kan het een bezigheid kan zijn waar iemand tijd en energie in wil steken. Gewoon, omdat hij het leuk vindt. Omdat hij er minstens zoveel energie weer uithaalt.

Waarom kiest iemand er wekelijks voor om met de fluit op stap te gaan? Omdat het zijn hobby is. Sterker nog: scheidsrechter zijn is een vak. Net als pianostemmer. Petje af voor de pianostemmers van de sport!

Ingezonden column door Piet Oost.