Vizier op volleybal

 

Reacties op aanpassing competitieopzet

Het vorige week door VoV ingebrachte idee (artikel van 6-10-2012) om de competitieopzet in de DELA Eredivisie eens nader onder de loep te nemen en met alternatieven te komen voor de dubbele competitie, die in het seizoen 2012 – 2013 wordt afgewerkt, heeft een aantal reacties opgeleverd, die het zeker waard zijn om te noemen. Allereerst blijkt het idee niet nieuw, tenminste dat menen wij te moeten concluderen uit de reactie “Het idee is erg goed, dit is ook meerdere malen afgelopen jaren aan de bond (Nevobo) voorgesteld en met de vertegenwoordigers van de bond besproken. Helaas gebeurt er niks.”

Dezelfde lezer merkte op dat een andere reden om het aantal teams in de top te verminderen is,  dat het niveau in de ere- en topdivisie bij een aantal teams erg dicht bij elkaar ligt. Dit staat weer haaks op de mening van een trainer coach die vond dat je niet moet uitbreiden . “Bijna alle wedstrijden, die er in de Eredivisie gespeeld worden, zullen de teams vol aan de bak moeten. Dat is een enorm voordeel van dat er acht ploegen zijn. Breid je dat uit naar meer dan laat je ploegen die erg professioneel werken en zelf al ochtendtrainingen afwerken, spelen tegen teams die drie keer in de week in de avonduren trainen. Dat is een te groot verschil”

Echter ook de visie dat door de invoering van de B – League een aantal kunstmatige  (+/- 120, 12 teams x 10 speelsters)  spelplaatsen op niveau zijn gecreëerd, werd geopperd. Met als gevolg dat over de hele linie het niveau daalde. Een kleine groep, die het niveau wel had werd in plaats van over 10 teams, over 20 teams verdeeld (8 in de A – league en 12 in de B-League). Er werden snel veel jonge meiden ingezet om de ontstane plekken te bezetten. Het resultaat is duidelijk zichtbaar. Dat zou met een smallere top (14 teams) weer ongedaan kunnen worden gemaakt.

“Een prima idee om wat te veranderen aan de competitie opzet, maar dan wel met een kleine aanpassing ten opzichte van het gepubliceerde artikel.  Als je na de eerst halve competitie de teller weer op NUL zet, dan spelen een groot aantal teams na een aantal wedstrijden alleen nog maar ‘oefenpotjes’, omdat ze al zeker zijn van de kampioenspoule. Verliezers zijn dan al veroordeeld tot de degradatie poule.” Was de mening van een andere lezer.

“Doe het dan net als bijvoorbeeld in België. Na de eerste halve competitie begint de nummer 1 van de ranglijst met 6 punten, de nummer 2 met 5, de nummer 3 met 4 etc. De nummer 7, de laatste ploeg in de kampioenspoule begint dus met 0 punten. In de degradatie poule pas je hetzelfde principe toe. De nummer 8 na een halve competitie krijgt 6 punten bij de start van de tweede helft van het seizoen, de nummer 9 krijgt er 5 etc. etc.”  Op die manier is elke wedstrijd in het eerste deel van de competitie belangrijk, is immers bepalend met hoeveel punten je aan het vervolg begint.

Een ander voorstel was om elke set en elk puntje belangrijk te maken door geen ‘spek en bonen’ sets meer te spelen. En dus voor elke gewonnen set een competitiepunt te geven. Geen set om warm te draaien, of het rustig aan te doen, wat uit te proberen of wat dan ook maar, neen vanaf de eerste opslag telt elke gewonnen set. Dus af van het systeem waarbij een 3-1 zege hetzelfde aantal punten oplevert dan een 3-0. Dezelfde lezer opperde het voorstel om naar vier sets te gaan en bij 2-2 een tiebreak te spelen. Of om bij winst, ongeacht met welke setstand, de winnaar 2 punten en de verliezer  0 punten te geven.   

Een andere lezer attendeert ons erop dat het voorstel veel lijkt op de opzet van de jeugdcompetitie in Nederland. Sportief gezien noemt hij het een optie, al zal zich nog moeten uitwijzen of het qua sponsorbelangen niet lastiger zal zijn.

En uiteraard worden de kosten van de huidige opzet genoemd. Alles wordt steeds duurder, alles moet geprofessionaliseerd worden. Teams moeten in de zalen met meer ruimte spelen, er zijn steeds meer mensen nodig om alle klusjes te doen. Alles kost geld en tijd en dat laatste hebben we steeds minder. “Men moet wel beseffen dat volleybal nog steeds wordt gespeeld  op een veld van 9 x 18 meter, met 2 meters aan ruimte om het veld heen heb je voldoende”

“Een scheidsrechter en een teller en we kunnen volleyballen, zo goed mogelijk volleyballen. Als we dat doen hebben we kans dat er meer bedrijven volleybal gaan steunen en dat er meer publiek de sfeer van een volleybalwedstrijd komt ervaren. Ze moeten zo dicht mogelijk tegen het veld aan kunnen zitten, ze moeten de speelsters kunnen ruiken, aanraken. Kijk naar NBA, ze zitten bijna op het veld en niemand maakt zich er druk om.”

De minimale eisen voor de een zijn voor de ander weer niet voldoende. “Ik hoop dat de teams die spelen in accommodaties die echt niet meer kunnen, er nu  werk van gaan maken om in een passende zaal / hal te gaan volleyballen. Er ligt een mooie taak voor de Nevobo om dat proces te begeleiden,  want clubs gaan niet gemakkelijk uit zich zelf veranderen, daar hebben ze vaak een duwtje in de rug bij nodig.  Ik ga er van uit dat alle teams in de eredivisie hun organisatie weer stapje voor stapje verbeteren en weer steeds meer trainingsuren gaan maken.”

(Als u reacties en /of ideeën instuurt, wordt het vervolgd, anders niet)