Vizier op volleybal

 

Spelregelcriminelen in beachvolleybal

Foto FIVB

“Nu ik een zomer eens niet aan het werk ben als trainer, heb ik het voorrecht om wat toernooien te bezoeken waar mijn eigen dochters spelen. Nu wist ik al dat bij het Beach Volleyball Circuit men er zo zijn eigen spelregels op nahoudt. Wat overigens al best opmerkelijk is want wekelijks staan de beste spelers van Nederland toch bij hen in het center court en zou je verwachten dat goed voorbeeld goed doet volgen. Maar ook in de rest van Nederland en zelfs bij de door de Nevobo georganiseerde regiotoernooien worden de regels van het Beach Volleybal naar eigen inzicht aangepast, dat is toch zeer opmerkelijk. Gekker nog, in mijn ogen onmogelijk; al begrijp ik de ooit gekozen achterliggende gedachte, maar die houdt echt geen stand bij een juiste kijk naar de spelregels.

Omdat de kinderen in de regio circuits elkaar fluiten, heeft men bedacht dat er regels totaal verbogen mogen worden. De grootste verbuiging is het niet op mogen vangen van de eerste bal met de bovenhandse techniek. Mogelijk zullen nu velen denken; “maar dat mag toch ook niet?” De rillingen schieten bij een dergelijke opmerking over mijn rug. Zo was er ook bij het zaalvolleybal opeens de discussie over de eerste bal(en dan voornamelijk tijdens de opvang van de service)  en schreef menig slecht geïnformeerde journalist dat het opvangen van de eerste bal met de bovenhandse techniek mogelijk verboden zou worden. Ook hier werd de regelgeving niet juist begrepen en fout naar buiten gebracht. Maar laten we terug gaan naar het zand.

Volgens de FIVB spelregels van het Beach Volleyball (regel 9:2) mag de eerste bal gewoon bovenhands worden opgevangen mits het maar niet vangen of gooien wordt. In de volksmond ‘quick and clean’ en dus kort contact. Het grootste argument van de spelregelcriminelen is dat het lastig beoordelen is wat dan goed is of niet(inderdaad scheidsrechter zijn is niet zo makkelijk!). Ook de deelnemers van het BVC langs de kust verschuilen zich hier al jaren achter.  En het is een feest om te zien als er iemand met verstand van de spelregels opeens meedoet aan een dergelijk toernooi en de ingeslapen en volgende massa eens wakker schudt.  Maar ik zeg; leg mij eens uit waarom we allemaal, inclusief de jeugdige scheidsrechters wel een set-up kunnen beoordelen en niet de eerste bal?

Eh …. hoor ik heel vaak als ik in het land op de barricade sta voor het nakomen van de spelregel. Want zolang je de eerste bal bij onze mooie strandsport beoordeelt als een set-up hoeven we geen prachtig verdedigde ballen (met de juiste bovenhandse techniek) af te fluiten en kunnen er nog veel meer mooie rally’s ontstaan. Criticasters zullen nu diep denken en roepen dat op een laag niveau er wel heel veel mag als set-up en moet dan dat ook in de eerste bal bij de verdediging? JA, want de eerste bal bij een niet hard geslagen bal moet beoordeeld worden als een set-up. Dus laat je vanwege het niveau meer of misschien alles toe tijdens de bovenhandse set-up, dan dus ook in de eerste bal.

En gekker nog, er bestaan situaties waarbij je bovenhands zelfs enigszins langer contact mag hebben met de bal. Nee, dit is niet de set-up want, hoewel enige jaren geleden het meer dragend bovenhands spelen geoorloofd was, mag dat juist nu niet meer! Bij Beach Volleyball krijgen de topscheidsrechters zelfs de opdracht om strenger te fluiten op dragen (to catch) dan op 2 keer spelen. Nee, we hebben het over een verdedigende actie op een hard geslagen bal. Daarbij in ogenschouw nemende dat een service nooit onder de hard geslagen ballen kan vallen (hoewel sommige onder ons best hard kunnen serveren). We hebben het hier over een harde aanval welke niet de netrand en niet het blok heeft geraakt en welke door een aflopende of verdedigende speler met een soort van bovenhandse techniek wordt verdedigd.

In het Engels klinkt de spelregel bijna nog mooier want “ball contact on a hard driven ball may be extended momentarily” dus  “Bij het verdedigen van een hard geslagen bal, mag de bal kort bovenhands met de vingers vastgehouden worden” aldus de spelregel!  Nu blijft het in dit geval dus aan de scheidrechter om te beoordelen of de bal hard of zacht geslagen is, maar zoals bij meerdere spelregels moeten we ons dan maar neerleggen bij de mening van de beslisser met de fluit.

Dan minder gezien in deze korte zomer, maar zeker nog vaak fout toegepast: het wel of niet accepteren van een bovenhandse bal naar de overzijde van het net.

Misschien goed om nu even in je geheugen te graven en te bedenken wat volgens jou de spelregels zijn. Ik geef je even de tijd…. Ook hier is het zo duidelijk dat er helemaal geen ruimte hoeft te zijn voor discussie en dus kunnen ook de kinderen, de mindere scheidsrechters, de spelers van het BVC en alle anderen gewoon de spelregels volgen. Het aanvallen van de bal (elke handeling die de bal naar het veld van de tegenpartij doet gaan, uitgezonderd blok en service) met de bovenhandse techniek is geoorloofd mits loodrecht op de schouderlijn. Dus dat kan zijn voorover of achterover. En wil de speler dat de scheidsrechter dit kan beoordelen, dan is het verstandig om te blijven staan na de gespeelde bal.

Zo kan worden beoordeeld of de lijn ook loodrecht op de schouders is. Is diezelfde speler in beweging tijdens en/of na de gespeelde bal, dan is de loodrechte lijn nagenoeg onmogelijk te controleren en dus fout. Makkelijker kunnen we het niet maken, dacht ik zo. Hoewel ik pas iemand een set-up zag affluiten die niet over het net heen, maar niet loodrecht was (jawel in de 2e divisie echt meegemaakt!) “Nee hoor, dat is fout want je bovenhandse set-up was niet loodrecht”.  Ja, die heeft wel iets van de spelregels gehoord maar ze opzeker nog nooit doorgelezen!

Over het fenomeen set-up die over het net heen gaat (dus de intentie is een set-up aan partner uitgaande van 1e of 2e gespeelde bal!) zijn in de loop der jaren ook mooie spelregelvarianten ontstaan. Volgens sommigen mag dat alleen als je loodrecht op je schouders een set-up geeft, volgens anderen alleen wanneer de bal er over heen waait.

Ook hier is het zo eenvoudig dat je niet begrijpt waarom men het ooit heeft verbogen naar ‘makkelijker’. Elke bal met de intentie van een set-up die op de andere speelhelft terecht komt, is gewoon goed. Dat is toch niet zo lastig? En speel je het spelletje enigszins volgens de norm dan staat er toch minimaal 1 speler juist op de plek waar de eventuele aanval plaats zou vinden. Dus zou je een dergelijke bal gelijk kunnen afstraffen of omzetten tot een eigen aanval.

Ben ik dan al klaar met mijn ergernis en gewenste revolutie van de juiste spelregels? Ja, wel als het over de spelregels gaat. Maar dat vele spelers als scheidsrechters bij Beach Volleyball wedstrijden lekker onderuit gaan zitten in het zand en meer tellen dan fluiten, is in mijn ogen ook geen promotie voor de sport. Dat geeft te vaak discussies over in- en uitballen omdat vanaf de grond er al helemaal geen duidelijke waarneming mogelijk is. Ik begrijp heus wel dat lekker veel spelen en dan ook nog fluiten vermoeiend kan zijn. Maar het leiden van een wedstrijd doe je staand!

Kort samengevat; Beach Volleyballers van Nederland sta op tegen de spelregelcriminelen en laten we het spel spelen zoals het hoort. En vooral volgens de spelregels die (soms) wijze dames en heren bedenken. Mocht je dan nog niet helemaal weten hoe je het moet spelen of fluiten? Kijk dan eens een wedstrijdje terug van het WK in Polen met bij voorkeur Bas van der Meijden op de scheidrechterstoel of de gewonnen finale van Robert Meeuwsen en Alexander Brouwer. Beiden een kwaliteit apart waarbij de kanttekening gezet moet worden dat scheidsrechters helaas nooit Goud kunnen winnen.”

was getekend John Stubbe