Transfersommen, nogmaals Loesje!
“De Nevobo krijgt jaarlijks geld, als een speelster naar het buitenland vertrekt. Maar het merendeel van het bedrag gaat aan administratieve kosten op.” Dat was de stellige bewering van een van onze lezers. Maar dat is voor ons gevoel wel erg veel administratiekosten! En soms is het gevoelsmatig ook bijzonder onterecht dat er voor een ‘internationale licentie’ een bedrag wordt geheven. Als je bijvoorbeeld vijf minuten van de grens afwoont, je op eigen initiatief en via eigen inzet aan de andere kant van ‘de paal’ bij de dichtst bijzijnde club op niveau speelt, die dan toch een bedrag van € 1. 995,- voor je aan de Nevobo moet afdragen, dan kan je het gevoel bekruipen ‘onterecht’, dat zou anders moeten.
Vanwege in ieder geval zo’n 60 in het buitenland spelende Nederlanders komt er op jaarbasis nu een bedrag van zo ‘n € 120.000,= binnen bij de bond, berekenden wij. Wel een beetje veel om aan administratie kosten op te gaan. Daarom ook dat gevoel dat het anders zit. Wat het verder ongeloofwaardig maakt, voor wat de administratiekosten betreft, is dat het bedrag in drie jaar tijd van € 500,= via € 1.000,= naar € 1.995,= per jaar is gegaan. Dat zijn nog eens administratieve verhogingen! Waarvoor? Waarom?
Toen ik vroeg wat er met het geld gebeurde zeiden ze: “Opleidingskosten en trainers vergoeding. Dus ook voor talententrainingen en Jong Oranje. Dit om de jeugd in Nederland beter op te leiden. Ook gaat een deel naar de scheidsrechtercursus. Hierdoor kan de Nevobo deze goedkoper aanbieden.” Dat vertelt ons een speelster, die met een dergelijk bedrag werd geconfronteerd en er navraag over deed. Er is geen inzage in de afname van de kosten voor de scheidsrechterscursus gedurende de afgelopen drie jaren, doordat er nu meer geld binnenkomt vanwege de in het buitenland spelende Nederlandse speelsters (door de verhoging) en we kunnen dit dan ook niet verifiëren, maar echt geloofwaardig klinkt het niet.
Wellicht zit in het bedrag van € 1.995,= een afdracht voor het CEV of het FIVB, maar dan gaat het allemaal wel heel erg dubbel op. We vernamen via een manager van een Duitse club dat zij ook aan de DVV (Deutsche Volleybal Verband) en de CEV moeten betalen voor bijvoorbeeld een Nederlandse speelster, met de afdracht aan de Nevobo is dat dan dus driedubbel op!
Wat dan opvalt is dat de ‘hogere instanties’ hun graantje meepikken, tenminste als de beweringen juist zijn, maar dat juist de clubs die aan de basis van de opleiding stonden met lege handen blijven. Een internationale licentie voor één jaar kost bijna evenveel als 10 jaar opleiding door de Nederlandse clubs uit ons voorbeeld. Een reden temeer om te pleiten voor de invoering van een bepaalde vorm van transfersommen, waarbij tussentijds afgerekend wordt en er bedragen ten goede komen aan de opleidende club.
En waarom hebben we het ook alweer over transfersommen? Juist, om in principe de financiële basis van opleidende clubs te versterken, en zo een mogelijkheid te scheppen dat verenigingen kunnen promoveren als ze dat moeten vanwege een behaald kampioenschap. De méér kosten voor die hogere (landelijk) divisie zou gedeeltelijk uit het ‘Transfer tegoedpotje” kunnen worden betaald.
*Waar speelster staat kan ook speler gelezen worden.
@Vizier op Volleybal