Vizier op volleybal

 

Verklaring voor uitglijder Olhaco

“Het valt op geen enkele manier goed te praten wat er afgelopen zaterdag gebeurd is. Normaliter heb ik na een verloren wedstrijd een heel erg zuur gevoel maar dat heb ik na afgelopen zaterdag niet. Om heel kort te zijn: Longa’59 heeft ons op alle fronten overbluft, Longa ’59 was op alle fronten sterker en nauwkeuriger. In mijn voorbeschouwing naar afgelopen zaterdag schreef ik dat Longa ’59 een degradatie kandidaat is maar gekeken naar ons optreden zouden wij dat moeten zijn.” Aan het woord is Martin Oude Egberink, trainer coach bij Olhaco Hoogeveen, dat afgelopen zaterdag dik bij hekkensluiter Longa ’59 verloor.

“Gelukkig heb ik, ondanks deze zware nederlaag (4-0, setstanden 25-13, 26-24, 25-13 en 25-18) ook positieve punten gezien. Hoe was dit verlies toch mogelijk? Gelukkig heb ik een antwoord op deze vraag en dat gaat terug naar het begin van het seizoen. Toen ik bij deze ploeg begon afgelopen jaar, kreeg ik een team dat in vorm was, waar vertrouwen was. Dat was ook niet zo gek als je het seizoen er voor top hebt gedraaid. Bij een ploeg die top draait daar lukt alles en daar gaat alles goed tenminste dat is te zien in de eind uitslagen.

Een van mijn constateringen tijdens de voorbereidingen was dat deze ploeg niet in staat is om tegen zichzelf te volleyballen en er gebeuren in een wedstrijd altijd dingen waarin je moet terug vallen op je eigen vertrouwen, als het goed gaat dan zal geen topsporter het daar moeilijk mee hebben maar op het moment dat er tegenslagen zijn dan wordt dat heel moeilijk en dan gaan spelers geforceerd dingen doen, die ze normaal ook niet doen en dat levert persoonlijke fouten op.

In de voorbereiding hebben we dan ook gekozen om in dit seizoen te kiezen om deze grote valkuil voor ons te verbeteren. Hierin waren we op de goede weg maar kwamen een aantal zware blessures te snel waardoor we deze gekozen lijn versneld moesten gaan doorvoeren. In de voorbereiding naar Dynamo vielen er op één dag, twee basisspelers geblesseerd uit en moesten we gaan schuiven met spelers naar andere posities helaas hadden we daarvoor niet genoeg trainingstijd om dit op te lossen.

Op het moment dat we dan mentaal een klap te verwerken krijgen (verlies Dynamo) werkt dit door. In de voorbereiding naar Longa’59 hebben we goed en scherp getraind en zijn we nog een basisspeler met een zware blessure kwijt geraakt en dat bleek ook aan het begin van de eerste set. Waarin we goed en scherp begonnen maar door het overbluffende spel van Longa’59, die vochten voor elke bal, sloegen op alles waar ze maar op konden slaan, werden wij gedwongen om risico te gaan nemen.

Risico’s nemen in een team dat bezig is om het vertrouwen terug te vinden is dodelijk en dat is dan ook afgelopen zaterdag gebleken. In de tweede set hadden we het weer goed op de rij en merk je aan het einde ervan wat het met een team doet als je in de hoek zit waar de klappen vallen. In deze set hebben de spelers laten zien dat ze wel tegen hun zelf kunnen volleyballen en dat is dan ook het punt waar ik als trainer, trots op ben dat ze instaat zijn geweest om na het verlies van de eerste set met 25-10 het toch weer op te pakken want in de tweede set ging Longa’59 door op dezelfde manier als in de eerste.

De spelers waren weer in staat om de analyse van Longa’59, de wedstrijd strategie en hun taak uit te voeren. Dit verlies hakte er in bij de spelers en in de verdere wedstrijd zijn we dan ook niet meer bij machte geweest om het tij te keren en hebben we gekozen om de schade mentaal beperkt te houden en het verlies van 4-0 te accepteren om dat het accepteren van dit verlies ons terug brengt in de strijd om het kampioenschap van de 1ste divisie.

In de derde en vierde set hebben een aantal spelers laten zien dat ze instaat zijn om van een wedstrijd rapportcijfer 3 naar een 5 te komen. Dit is een stap die voor ons erg belangrijk is. Kortom, we hebben een leuke en spannende uitdaging de komende maanden en dat is zeven punten goed maken op de nummer één  van de 1ste divisie en dat vertrouwen is er bij de gehele technische staf en bij de spelers.”