Vijf vragen aan Joris Marcelis
Foto: Joris Marcelis, hier nog in het shirt van Langhenkel Volley, lijkt eigenlijk wel een geboren passer (foto: Ronald Hoogendoorn)
31 december 2011 – Drie seizoenen lang sloeg Joris Marcelis namens Langhenkel Volley uit Doetinchem veel ploegen in de Nederlandse A-League kort en klein. Vorig seizoen maakte hij de overstap naar het Belgische Topvolley Antwerpen maar door een zware blessure was de reus (211 centimetergroot) lange tijd geveld. Afgelopen vrijdag won hij met zijn formatie de allerlaatste Ermasport Volleybal Classic door Asse-Lennik in een zinderend duel te verslaan. De voormalige diagonaalspeler had als passer-loper een belangrijk aandeel in de winst.
Vertel over het toernooi in Almelo?
,,Echt zonde dat dit de laatste keer moest zijn want het was een geweldig toernooi. Het eten, het hotel en de begeleiding waren perfect. De ploegen wilden ook echt graag winnen en dat maakte het voor de toeschouwers aantrekkelijk. De finale was natuurlijk super spannend. We stonden met 2-0 achter, maar konden mede dankzij een aantal geslaagde wissels het initiatief overnemen en die hele lange vijfde set met 21-19 winnen. Dat was belangrijk voor het onderlinge vertrouwen binnen onze ploeg.’’
Vorig seizoen, tijdens je debuut in België, kwam er niet veel van spelen terecht. Hoe kwam dat?
,,Ik kreeg een hernia en daar ben ik ruim een jaar geleden aan geopereerd. Na twee weken bij mijn ouders thuis op de bank ben ik weer naar Antwerpen gegaan om daar te revalideren. En dat is er goed verlopen, vooral dankzij onze fysiotherapeut/krachttrainer Koen Embrechts. Ik wil hem noemen omdat het er echt even naar uit zag dat ik nooit meer zou kunnen volleyballen. Maar dat pakte gelukkig anders uit dankzij een lange uitgekiende revalidatie. Ik ben inmiddels passer-loper omdat er vorig seizoen een andere diagonaalspeler is aangetrokken die het prima doet. Best wennen op die positie omdat ik geen geboren passer ben. Het kan nog veel beter en het gaat ook steeds beter.’’
Hoe moeten we de rol van Topvolley Antwerpen zien in de Belgische competitie?
,,Vorig jaar ging het niet zo geweldig en mistten we op een haar na de play-offs en Europa Cupvolleybal. Maar dit seizoen, met wat nieuwe spelers en een nieuwe trainer, willen we ons echt meten met de topteams Maaseik, Roeselare en Lennik. Sterker nog, we willen ze uiteindelijk verslaan en meedoen om het landskampioenschap. De kwaliteit, de sfeer en het gevoel zijn er. We staan nu op de vierde plaats en moeten in de komende maanden laten zien wat we echt waard zijn.’’
Je speelt in Antwerpen met Gijs Jorna, de libero van Oranje. Hoe doet Gijs het? En wil je zelf nog in het Nederlands team?
,,Ik denk dat elke Nederlandse volleyballer in het Nederlands team wil spelen. Dus ik ook. Maar in mijn nieuwe rol als passer-loper zal dat niet meevallen. Ik doe gewoon mijn ding en als ze me nodig hebben hoor ik het wel. Gijs doet het hier uitstekend. Hij is nog jong maar brengt al heel wat ervaring met zich mee. Vanaf dag 1 zorgt hij met zijn daden en zijn houding voor een goede passlijn en een goede verdediging.’’
Is het leven in België nu echt zo veel Bourgondischer dan in Nederland?
,,Ze zeggen van wel, maar ik heb daar niet zo veel mee. We trainen vaak twee keer per dag en mijn leven bestaat uit trainen, slapen, rusten en spelen. Veel energie om te gaan stappen blijft er niet over. Maar dat neemt niet weg dat het leven in België goed is en dat het me hier uitstekend bevalt.’’