Vijf vragen aan Teun Buijs
26 februari 2012 – Oud-international Teun Buijs (52) heeft zijn draai gevonden in Duitsland. Twee jaar lang had hij de mannen van Bottrop onder zijn hoede en dit seizoen werkt hij voor het eerst bij de Duitse vrouwenkampioen Schweriner SC, de club waarbij ook zijn dochter Anne speelt. Met ‘Schwerin’ strijd Buijs nog op drie fronten om een hoofdprijs. Vooral de bekerfinale, zondag 4 maart in Halle, belooft een groot sportfeest te worden.
Hoe is het om coach te zijn van je dochter?
,,Dat wordt me vaak gevraagd, maar dat is niet ingewikkeld hoor. Het was goed voor Anne om na een succesvol jaar bij Kieldrecht in België echt professioneel te gaan volleyballen. En Schwerin is wat dat betreft een prima club. Het voordeel was dat zij de trainer kende en als trainer wilde ik wel een speelster van haar kaliber in de ploeg. In de dagelijkse praktijk moet ik natuurlijk goed opletten dat ik ten opzichte van haar en van het team geen fouten maak. Ik betrapte me er wel eens op dat ik toch even in het Nederlands iets tegen haar zei. Terwijl de andere speelsters ook wel willen weten wat ik zeg. Dat is dan een schoonheidsfoutje. En verder praat ik met alle speelsters veel omdat ik ze vooral individueel beter wil maken. Dus er zullen niet zo snel scheve gezichten komen omdat ik me te veel met Anne bemoei.’’
Je staat nu met Schwerin derde in de competitie. Hoe zit het met de kans op de landstitel?
,,We staan met nog drie speelronden te gaan twee punten achter op Dresden en Vilsbiburg dus er kan nog van alles gebeuren. Tijdens de play-offs spelen de nummer 1 en 8 tegen elkaar enzovoort. Bijzonder is wel dat het gaat om een uit- en een thuiswedstrijd met mogelijk een golden set. Het gaat dan allemaal heel snel. Maar duidelijk is dat we als regerend kampioen één van de favorieten zijn. Sinds Oost- en West Duitsland weer bij elkaar zijn, werd deze club al acht keer landskampioen. We doen er dit jaar ook weer alles aan, maar de concurrentie is groot.’’
Jullie spelen ook nog in kwartfinale om de CEV Cup tegen de Italiaanse nummer 1 Busto Arsizio. De eerste wedstrijd verloren jullie met 3-2. Hoe liggen de kansen thuis?
,,We hebben goed gespeeld tijdens de uitwedstrijd. Maar in Italië wordt – om het zo maar eens te zeggen – met 200 kilometer per uur gevolleybald en in Duitsland gemiddeld gezien met 150 kilometer per uur. Nu hebben we in de Champions League al wat aan het hogere niveau kunnen wennen dus we zitten er tegen aan. Tijdens de thuiswedstrijd hebben we dinsdag niets te verliezen tegen Busto. Maar we spelen wel voor eigen publiek en misschien kan er wel iets geks gebeuren. Hoe dan ook: Het is een prima voorbereiding op de bekerfinale.’’
Is die bekerfinale in Duitsland echt zo bijzonder?
..Jazeker. Ik ben er vorig jaar geweest omdat er ook een bijeenkomst voor coaches aan gekoppeld was. Het is echt een evenement met 10.000 toeschouwers waar heel Europa met een beetje jaloezie naar kijkt. Tijdens de vrouwenfinale spelen wij tegen Vilsbiburg en bij de mannen staan Friedrichshafen en Haching – duidelijk de twee beste ploegen – tegenover elkaar. Dat zijn toch echt twee topwedstrijden voor Duitse begrippen.’’
Hoe kun je verklaren dat het in Duitsland zo goed gaat met het volleybal?
,,Dat heeft te maken met een combinatie van factoren. Duitsland is gewoonweg veel groter dan Nederland en de markt voor producten is dus ook groter. Omdat er tegenwoordig veel mensen bij het volleybal komen kijken is het interessant voor bedrijven om te sponsoren. En de sfeer bij al die competitiewedstrijden is ook uitstekend. Een speaker pept het publiek op en er zijn van die aardige tradities. Het publiek gaat massaal staan bij het begin van een wedstrijd en gaat pas zitten wanneer de thuisploeg het eerste punt heeft gescoord. Ook bij de laatste punten gaat iedereen staan en klappen. Echt iedereen doet enthousiast mee. Anders dan in Nederland, waar mensen zich lijken te schamen om echt enthousiast te doen. Het niveau in Duitsland is ook sterk gestegen omdat er betere spelers kunnen worden aangetrokken en omdat de coaches zich goed ontwikkelen. De Italiaanse bondscoach Giovanni Guidetti doet in dat opzicht ook goed werk want hij heeft prima contact met de clubtrainers.’’