Voorwoord om des keizers baard (Rivo)
Supporters, u weet wel die echte, die hun team door dik en dun steunen en er heel veel voor over hebben om hun clubje te zien spelen, weten het aangename soms heel aardig met aangename te combineren om geen wedstrijden te hoeven missen. Dat is bij Rivo in Rijssen niet anders dan bij andere clubs in Nederland. En als de zoons dan ook nog deel uit maken van het eerste elftal is een ‘reisje’ snel geboekt. Daarom hadden de ouders van William Beltman, Frank van den Noort en Gertjan ter Harmsel er ook maar meteen een tweedaags uitstapje van gemaakt om ‘hun joongs’ bij Visade in Voorburg te zien spelen en aan te moedigen. Pa ter Harmsel vertelt.
“U moet zich voorstellen , drie echtparen rijden samen in een busje en hebben een weekend uitje geboekt om als afsluiting van het seizoen de laatste uitwedstrijd te gaan kijken naar Visade – Rivo. Het is heel vreemd , maar onderweg praten we over volleybal en Rivo. Je zou zeggen , waarom toch ? Maar het blijkt een gemeenschappelijke deler. Drie echtparen, drie zoons, drie meningen. Stop ze in zo’n kanariegeel VW busje en je praat 180 km lang tot in Brielle / Oostvoorne over de verrichtingen van “‘onze jongens”‘ en “‘ons clubje”‘.
Zo werd onderweg aan mij gevraagd: “Heb je al een verhaal in je hoofd voor VOV ? Ik zeg ‘ja’, ik heb iets met de uitdrukking “‘om des keizers baard”‘ maar hoe komt men aan deze uitdrukking? Ik weet wel de betekenis , maar hoe is dit ontstaan ? Google erbij, we komen terecht in de geschiedenis, maar het blijft vaag, we houden het hier maar op: “Het gaat nergens over en nergens om. We kennen ook een Keizersmantel en een toga, en al snel ziet men mij met enige fantasie in een trainingsbroek op de preekstoel staan, hoe kan een gesprek verlopen. We kunnen filosoferen wat door want tenslotte kwamen de wijzen toch ook uit het Oosten?
Zo komen we na een heerlijk zonnig dagje wandelen in Brielle / strand te Rockanje / verblijf in een hotel te Oostvoorne en de volgende dag een zonovergoten dagdeel in de relax stoelen op de Pier in Scheveningen, na een flink portie kibbelingen en een puntzak patat mayo, toch eindelijk aan in de Sporthal te Voorburg en zien we “onze joongs” weer in levende lijve voor ons. Nu maar hopen dat ze beseffen dat we niet zomaar deze geweldige afstand getrotseerd hebben, al is het om des keizers baard.
Op de terugweg naar huis was onze stellige mening dat we een mooie pot volleybal hadden gezien, die af en toe wat rommelde, maar ook spannend genoeg was om van begin tot eind van te genieten. En zo blijven we toch trots op ”onze joongs”‘ en hebben de verre rit en het verblijf in het westen ervaren als alleszins de moeite waard en met de eindconclusie:
“Aw gezoond blieuwt doow dat volgend joar wier”